15 tuintips November

15 tuintips November

Het herfstweer is als vanouds behoorlijk grillig, met veel wind en regen en dan opeens weer prachtig strijklicht op de verkleurde herfstbladeren. Op een windstille, droge dag kun je nog allerlei klusjes doen om de tuin, het terras en balkon herfst- en winterproof te maken. Je vindt alles wat je daarvoor nodig hebt in ons tuincentrum in Bornem. Neem meteen een kijkje bij onze kerstshow! Houd bij je bezoek voldoende afstand tot andere bezoekers en onze medewerkers en draag een mondkapje.

  1. Deze maand kun je nog voorjaarsbollen planten, mits het niet vriest. Tulpen, narcissen, krokussen, hyacinten, mini-irissen, blauwe druifjes en nog veel meer bollen kun je nu voor een vroeg en fleurig voorjaar in de tuin en in potten planten. Bovenop bollen in pot kun je bijvoorbeeld winterviolen of een kerstroos (Helleborus) planten, zodat de pot er meteen al mooi uitziet.
  2. Zolang het niet vriest kun je nog rozen, (fruit)bomen en (bessen)struiken planten. Deze zijn nu met kale wortels verkrijgbaar, hetgeen voordeliger in aanschaf is.
  3. De grond is nog warm genoeg om nog wintergroen en winter- en voorjaarsbloeiers te planten. Door de vele regen hoef je deze bovendien nu minder water te geven dan bij aanplant in het voorjaar. Denk aan struikkamperfoelie, winterjasmijn, kerstrozen, toverhazelaar en Chinees klokje (Forsythia).
  4. Vul potten en bakken met groenblijvende en nu bloeiende planten, zoals klimop, bolchrysanten, sierkolen, winterviolen, Skimmia, bergthee (Gaultheria), parelbes (Pernettya), heide, kerstrozen (Helleborus) en het zilverstruikje (Calocephalus brownii).
  5. Zet een grote pompoen en een stevige lantaarn bij de voordeur en versier de tuin- of balkontafel met verschillende pompoenen en sierkalebassen.
  6. Zorg voor extra sfeer met een vuurkorf met Zweedse fakkel, tuinfakkels, een snoer met led- of solar-verlichting en/of een kleurige tuinposter tegen de garage- of balkonmuur.
  7. Veeg of hark blad van de paden, het terras en gazon. Vis afgevallen blad uit de vijver en uit de dakgoten. Gooi het blad op de composthoop, als mulchlaag in de border of in een hoek in de tuin of onder een grote struik, zodat insecten en kleine dieren als egels daarin beschutting en voedsel kunnen vinden.
  8. Snoei fruitbomen, knotwilgen en bladverliezende bomen en struiken en knip lelijk geworden, afgestorven plantendelen terug. Laat verdorde stengels van planten met mooie bloemschermen en zaden, zoals hortensia, zonnehoed en dropplant, en de stengels van siergrassen staan. Ze maken de tuin interessant in de herfst en winter, zeker met een laagje dauw, rijp of sneeuw erop, ze beschermen jonge knoppen tegen vorst én bieden ook nog eens voedsel aan vogels.
  9. Neem, nadat ze al hun blad hebben laten vallen, stekken van bladverliezende struiken als rozen, kruisbessen, kornoeljes en wilgen.
  10. Rooi dahlia’s, canna’s en knolbegonia’s na de eerste nachtvorst. Haal de bollen en knollen uit de pot of grond, knip de stengels tot een lengte van circa 10 centimeter terug en verwijder voorzichtig zo veel mogelijk aarde van de bollen, knollen en wortels. Laat de bollen en knollen een week drogen en leg ze vervolgens in een kistje met een laag stro, zand of zaagsel op een koele, droge en donkere plaats.
  11. Haal waterschotels onder potten weg en berg deze op in de schuur of garage. Zet ook teilen, watertonnen, gieters en vorstgevoelige tuinornamenten in de berging of garage.
  12. Verwijder plantensteunen bij afgestorven planten en bind scheuten van klimplanten vast.
  13. Zet vorstgevoelige kuipplanten, zoals Oleander en Abutilon, en stekken van pelargoniums en fuchsia’s bij de verwachting van aanhoudende vorst in een lichte ruimte met een temperatuur van tussen de 2 en 10 graden Celsius. Vergeet ze niet regelmatig te luchten en geef ze spaarzaam water (alleen als de grond droog aanvoelt).
  14. Zorg ervoor dat je vliesdoek, noppenfolie, jute zakken en stro in huis (of in de schuur of garage) hebt om er vorstgevoelige tuin- en potplanten mee te beschermen.
  15. Verwen de vogels met pindaslingers, vogelpindakaas, zaden, zonnebloempitten en stukjes oud of rot fruit.